Enveloppen afdrukken
Richtlijnen
●
Gebruik geen enveloppen die de volgende eigenschappen hebben:
–
Klemmetjes of vensters
–
Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
–
Glanzende afwerklaag of reliëf
–
Kreukels, scheuren of overige beschadigingen
●
U kunt op één of meerdere enveloppen afdrukken.
●
Lijn de randen van de enveloppen uit voordat u ze in de invoerlade plaatst.
●
Zorg dat u de capaciteit van de invoerlade niet overschrijdt: 10 enveloppen.
Het afdrukken voorbereiden
1.
Til de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade.
2.
Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
3.
Plaats de enveloppen tegen de rechterkant van de lade. De zijde waarop u wilt
afdrukken moet naar beneden wijzen. De klep moet zich aan de linkerkant bevinden.
4.
Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer.
Hoofdstuk 8
34
HP Deskjet D4100 series
5.
Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
6.
Klap de uitvoerlade naar beneden.
Afdrukken
1.
Open het
Dialoogvenster Eigenschappen voor printer
.
2.
Klik op het tabblad
Functies
en geef de volgende afdrukinstellingen op:
–
Papiersoort
:
Gewoon papier
–
Formaat
: een geschikt formaat envelop
3.
Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op
OK
.
Gebruik de
Helpfunctie Wat is dit?
voor meer informatie over de functies in het
dialoogvenster Eigenschappen voor printer.